HomeInformatieOnderwijsfases › Fase 2: Voorbereiding opleiding en beroep
  • Fase 2: Voorbereiding opleiding en beroep
    Fase 2: Voorbereiding opleiding en beroep

Fase 2: Voorbereiding op opleiding en beroep (VO)

Uitgangspunten VO-fase

 

De leerlingen hebben drie praktijkvakken gekozen. Consumptief (koken) is een verplicht vak. 

 

De theorielessen zijn afgestemd op de mogelijkheden en behoeften van de leerling, waarbij uitdaging belangrijk is. 

 

• Nederlands (spelling, woordenschat, technisch lezen, begrijpend lezen en schrijven)
• Engels
• Rekenen/wiskunde (praktijkrekenen en cijferend rekenen)
• Burgerschap

• LOB

• EHBO

 

De leerlingen krijgen een beroepskeuzetest die helpt bij de keuze voor een vakrichting in de opleidings- en beroepsfase. Daarnaast werken ze op de leerwerkplaats aan hun interne stage. Hierbij komen doelen aan bod gericht op de ontwikkeling van de basale werknemersvaardigheden. 

 

De leerlingen krijgen 2 uur in de week bewegingsonderwijs, een uur boksles t.b.v. de sociale weerbaarheid en een uur vrijetijdsbesteding. Daarnaast krijgen ze de vakken muziek, handvaardigheid en drama in blokken aangeboden. 

 

 

Maatschappelijke stage

 

De leerlingen verzorgen een maatschappelijke stage in het kader van goed burgerschap. Maatschappelijke stage voor Pronova houdt meer in dan de wettelijk voorgeschreven minimaal 30 uur vrijwilligerswerk. Voorafgaand aan de stage doorlopen de leerlingen een heel traject op school waarbij het jezelf leren presenteren én solliciteren in de praktijk wordt geoefend.
Het primaire doel van maatschappelijke stage is jongeren tijdens hun schooltijd kennis te laten maken met de samenleving en hen daar, door het doen van vrijwilligerswerk, een onbetaalde bijdrage aan te laten leveren.


Het geeft hen de mogelijkheid om buiten de school te leren en op een andere manier kennis te maken met de samenleving en met bepaalde groepen in deze samenleving, waar ze anders misschien niet zo snel mee in contact komen. Het stelt de leerlingen in staat om zich meer betrokken te voelen bij de maatschappij, op een praktische manier te leren welke normen en waarden belangrijk zijn in onze samenleving en zich verantwoordelijk te voelen voor een stukje van de samenleving.


Het doel van de maatschappelijke stage is er onder meer op gericht de leerling te laten ontdekken wat er in de maatschappij te koop is, vaardigheden te leren op sociaal en communicatief gebied, verantwoordelijkheid te leren dragen en te laten ervaren wat het betekent om anderen te helpen.

 

 

Zedemo-training

 

Zedemo is een trainingsmethode die zich richt op de ontwikkeling van de motorische handvaardigheden. De naam Zedemo is een afkorting van ZEs DEelnemers MObiel. Door de "Ruward-test", die in het basisjaar is afgenomen, is bekend waarop er getraind moet worden.

 

Zedemo bevat 6 werkkisten en een lopende band systeem. De 6 werkkisten bevatten de onderdelen: sorteren, de-monteren, inpakken en wegen, electra, een lopende band en een kist met allerlei onderdelen waarbij het aankomt op inzicht, initiatief en probleemoplossend vermogen.

 

Naast alle motorische vaardigheden die bij alle onderdelen getraind worden ligt het accent vooral op het aanleren van een goede werkhouding. Dit betekent letterlijk: rechtop zitten en staan als je werkt. Maar ook, leren om instructie te volgen, leren samenwerken, leren hoe je om hulp kunt vragen en leren wanneer je zelf kunt proberen iets op te lossen. 

Daarnaast komen doorzettingsvermogen, werktempo, het leveren van kwaliteit en met kritiek omgaan aan bod.

 

De matarialen waarmee gewerkt wordt bij Zedemo zijn geen doel op zich, maar is bedoeld als trainings en oefenmateriaal.

De docenten kunnen de leerlingen observeren in een “werksituatie” en komen zo veel te weten over de sterke en zwakke kanten van een leerling. Deze informatie kan weer goed van pas komen bij het zoeken van een geschikte stageplaats.